het Claritas Protocol

Lyme krijg je zeker niet alleen door een tekenbeet

De meeste mensen weten wel dat je Lyme kunt krijgen van de beet van een besmette teek.

Elke besmette teek kan Lyme veroorzaken, ook of juist een baby-teekje. Dat is een zogenaamde nymf. Die is heel klein, nog veel kleiner dan een speldenknopje en zie je snel over het hoofd. Daarom ontdek je een tekenbeet lang niet altijd.

Een teek zit in grassen en struiken en laat zich vallen op iets wat voorbij komt en warmte uitstraalt, zoals een muis, vos, hert, koe, hond of mens.

Alleen teken die besmet zijn met Borrelia of één of meerdere co-infecties, kunnen Lyme overdragen. Op de Waddeneilanden is 100 % van de teken besmet, op de Veluwe ca 40 %.

Niet meer dan 1/3 van de mensen krijgt een rode kring, een Erythma Migrans (EM) na een tekenbeet. Deze EM kan ook op een andere plaats zitten dan waar de beet heeft plaatsgevonden.

Je kunt dus besmet zijn met Lyme, ook al heb je nooit een rode kring/vlek of teek opgemerkt.

Andere manieren waarop je Lyme op kunt lopen

Minder bekend is dat je ook Lyme kunt krijgen:
– via bloed(-transfusie);
– via de beet van stekende insecten als dazen, muggen, luizen en vlooien;
– via de moeder en de baarmoeder op het (ongeboren) kind;
– via moedermelk;
– via sex (sperma);
– via speeksel.

Heb je een tekenbeet gehad of wil je goed voorbereid zijn voor als je een tekenbeet oploopt, lees dan:

Niet alleen door een tekenbeet
Niet alleen door een tekenbeet